De club

Geschiedenis BV Veendam.

 

 

In 1954 begint Veendam aan het grote avontuur: het betaalde voetbal. Dat gebeurt niet zonder slag of stoot, want in het begin van dat jaar is Veendam slechts tweede klasser. Uitgerekend in dit jaar wordt Veendam kampioen in de tweede klasse. Dat gebeurt op 16 mei door een 5-1 zege bij buurtgenoot Muntendam door treffers van Jan Walburg en Lucas Rosies. In juni volgen wedstrijden voor promotie naar de eerste klas tegen Zwartemeer en Velocitas. Na zeges op Zwartemeer (4-3) en Velocitas (2-0), wint Veendam ook de beslissende thuiswedstrijd tegen Zwartemeer (2-1) door treffers van Bram Snijder en Hendrik Hof. Ook de vierde en laatste wedstrijd, die slechts een formaliteit is , wordt gewonnen: 3-0 zege op Velocitas.

Het is voor Veendam een heel bijzonder jaar, 1954. Er is een kampioenschap, een promotie en een feest: het 60-jarig bestaan van Veendam. Maar nog ingrijpender is het besluit van 103 van de 118 leden om ja tezeggen tegen deelname aan het betaale voetbal. Dat gebeurt tijdens een ledenvergadering in hotel Java aan het Prins Hendrikplein. Er wordt een premiestelsel ingevoerd: 15 gulden voor een gewonnen wedstrijd, 10 gulden voor een gelijkspel en 5 gulden voor een nederlaag. Voor de training (drie keer per week) wordt per keer 5 gulden betaald. Maar voordat er met het betaalde voetbal kan worden begonnen, moeten de KNVB en de Nederlandse Beroepsvoetbalbond nog menig robbertje uitvechten. Bovendien eist de KNVB ook dat, wil Veendam tot het betaalde voetbal worden toegelaten, er 50.000 gulden op de plank moet komen. Maar ook zonder die 50.000 gulden, begint Veendam aan het profavontuur dat eerst een noodcompetitie kent met ploegen als Rigtersbleek, Go Ahead, DOS, Stormvogels, Zwolsche Boys, NEC, Ajax. EDO, Volewijckers, Heracles en Enschedese Boys.

Voor Veendam wordt deze noodcompetitie geen succes. Er wordt met een 7-1 nederlaag tegen Ajax begonnen en ook de eerste thuiswedstrij, tegen NEC, eindigt in verlies: 0-2. De noodcompetitie wordt op 15 november afgesloten en juist op deze dag wint Veendam in utrecht tegen koploper DOS dat spelers als Hans Kraaij, Tonnie van der Linden en Van Basten (vader van Marco van Basten) in de geledren heeft: 3-2 zege.

Maar op 28 november begint ook voor Veendam officieel het betaalde voetbal. In de eerste klasse met ploegen als Flamingo’s, NAC, MVV, Emma, Excelsior, Leeuwarden, Stormvogels, Zwolsche Boys, Go Ahead, Amsterdam, DOS, Roda sport en Longa. De eerste wedstrijd, tegen NAC in Breda, speelt Veendam met de volgende spelers: Sjors Heit, Piet Damhof, Luit Dekker, Sietse de Jong, Max Rosies, Jakob van Essen, Henk Hulsen, Kris Walburg, Jan Walburg, Hendrik Hof en Thomas Drenth als vervanger van Afienus de Vries. Veendam verliest met 4-1. Jan Walburg scoort het eerste officiële doelpunt van Veendam in het betaalde voetbal. Na nog twee nederlagen wordt het eerste puntje behaald tegen De Stormvogels: 3-3 met doelpunten van Afienus de Vries en Henk Hulsen. De eerste zege volgt op 30 januari in Deventer tegen Go Ahead: 1-0 door een doelpunt van Kris Walburg. De eerste zege in het betaalde voetbal op eigen veld is op 27 maart tegen Zwolsche Boys: 2-1 door doelpunten van Jan Walburg en Max Rosies. In deze eerste competitie in het betaalde voetbal eindigt Veendam op de een na laatste plaats met 14 punten uit 26 wedstrijden en een doelsaldo van 38-85.

Het jaar 1954 is voor Veendam zonder meer het belangrijkste jaar geweest, want ook in dat jaar werd het sportpark De Langeleegte in gebruik genomen. Veendam voetbalde aanvankelijk verderop aan de Langeleegte, tegenover de toenmalige uitspanning ’t Vosje. Dat is nu de aula van de begraafplaats Buitenwoel. Daar tegenover, op de plaats van de Grote Vaartlaan, lag het veld van Veendam oorspronkelijk. Grondlegger van sportpark De Langeleegte is oud-directeur Eikenhorst van de dienst gemeentewerken. Het sportpark wordt geopend door dr. Sicco Mansholt van het ministerie van Sociale Zaken en Gezondheid. Werknemers in de zogenoemde DUW-regeling hebben het sportpark aangelegd. Behalve het huidige hoofdveld van Veendam, bestond het in oostelijke richting nog uit twee voetbalvelden, hockeyvelden en tennisbanen. Vroeger kende het sportpark twee in- en uitgangen. Behalve aan de Langeleegte was dat aan het Beneden Westerdiep (Buitenwoelkade). Deze ingang en de andere voetbalvelden, hockeyvelden en tennisbanen verdwenen uiteindelijk voor woningbouw (Zilverpark).

Veendam overleefde de eerste twintig jaar van het betaalde voetbal allerlei ontwikkelingen. Er waren promoties, maar ook degradaties. En niet te vergeten saneringen. Daardoor bleef bleef Veendam samen met GVAV (het latere FC Groningen) van de vijf Groninger verenigingen alleen over in het betaalde voetbal.

Veendam heeft niet veel succes gekend in het bekervoetbal. Twee prestaties springen eruit. In december 1977 wint Veendam thuis van Feyenoord door doelpunten van Geert Meijer en André Brouwer. Dat gebeurt voor 14.000 toeschouwers. In de halve finale tegen Excelsior wint Veendam thuis weliswaar met 2-1, maar uit is veendam kansloos: 3-0. Dat beketsucces maakt het zeer povere seizoen een beetje goed, want in de competitie eindigt Veendam op de zeventiende plaats met 22 punten uit 36 wedstrijden en een doelsaldo van 46-81. Andere bekersuccessen haalt Veendam in het seizoen 1967/1968 als in de achtste finale met 3-1 wordt gewonnen van Willem II en Veendam de kwartfinale bereikt. Het zou een heroïsch gevecht worden tegeneredivisionist ADO. Pas in de slotfase moet Veendam buigen: 2-3. ADO zou uiteindelijk ook de beker winnen door een 2-1 zege op Ajax.

De voetbalvereniging Veendam hield het 20 jaar vol in het betaalde voetbal. De financiële belangen werden steeds groter en binnen de vereniging was er al een scheiding aangebracht door de instelling van een hoofdbestuur en twee subbesturen amateurvoetbal en betaald voetbal. Om te voorkomen dat de voetbalvereniging het slachtoffer wordt van een mogelijk faillissement, besluiten de leden na vele emotionele vergaderingen op 22 mei 1974 dat er een splitsing komt: het betaalde voetbal gaat door als stichting Sportclub Veendam (later BV Veendam) en de moedervereniging gaat verder als de amateurclub Veendam ‘1894. Het hoofdbestuur valt door de splitsing wel uiteen. Het betaalde voetbal in Veendam heeft dat jaar 250.000 aan langlopende schulden en 250.000 gulden aan kortlopende schulden. Er is een feitelijk tekort van 242.000 gulden doordat de spelers voor 160.000 op de balans staan en er nog zo’n 112.000 gulden aan vorderingen uitstaat. Het aantal toeschouwers is de laatste jaar teruggelopen van 3800 naar 2300.

De laatste betaalde selectie onder de vlag van de voetbalvereniging Veendam bestaat uit trainer Cor van der Gijp, verzorger Lou Klaassens en de spelers Dick Nanninga, Bert Wierenga, andré Brouwer, Freddy Oldenburger, Eltjo edens, Johan derksen, Jan Bont, Hemmo Kerkhof, Meindert Halmingh, Jochem Lökken, Maarten Rog, Wim Zwikker, Bram Neuteboom, Cees Elling, Dick Ploeger, Harm Roossien, Jan Korte, Epo Lemain en Flip Slik. Veendam sluit 20 jaar betaald voetbal als vereniging af met de een na laatste plaats en een punt voorsprong op nummer laatst, De Volewijckers: 27 punten uit 38 wedstrijden en een doelsaldo van 44-74. Dick Nanninga wordt met 15 treffers topscorer. Hij zal na dit seizoen naar Roda JC verhuizen en een belangrijk doelpunt maken in de WK-finale tegen Argentinië in 1978. De voetbalvereniging Veendam begint het seizoen 1974-1975 zowel op zaterdag als op zondag in de vierde klasse van de KNVB.

Het betaalde voetbal gaat in Veendam verder onder de naam SC (Sportclub) Veendam. De nieuwe trainer is Arie Stehouwer, voormalig jeugdtrainer van Feyenoord. SC Veendam speelt indit eerste seizoen na de splising met de spelers Dick Ploeger, Jochem Lökken, Sietse Boiten, Hemmo Kerkhof, Johan Derksen, Henk ebbinge, Rolf Veneboer, Bertw Wierenga, Jan Korte, Bram Neuteboom, Meindert Halmingh, Albert Stiekel, Jan Bont, Jurrie Wildeman, Freddy Oldenburger, Eppo Lemain, Wout Bosman, wim Zwikker en Martijn van Faessen. Later komen daar spelers bij als de Joegoslaaf Branko Arras, doelman Johan Krol, doelman Jeroen Korpershoek en Johan Vlietstra. Jan Korte vertrekt naar Go Ahead om later als speler en trainer bij Veendam terug te keren.

Veendam gaat een moeilijke tijd tegemoet. Het seizoen 1983-1984 wordt in alle opzichten een deceptie. De amateurs van Elinkwijk knikkeren Veendam uit het bekertoernooi, er volgt een 10-1 nederlaag tegen NAC (jaren later zou er nog een grotere nederlaag volgen, de grootste, 10-0 bij FC Utrecht) en een uiteindelijke zestiende plaats met 19 punten uit 32 wedstrijden en een doelsaldo van 43-78. Maar nog belangrijker: Veendam dreigt failliet te gaan. Er wordt uiteindelijk een schuld van2,3 miljoen gulden weggewerkt. Met de komst van ex-Veendamspeler Henk Nienhuis als trainer en opvolger van Nol de Ruiter, gaat het sportief plotseling zeer crescendo met Veendam. In het seizoen 1984-1985 eindigt Veendam nog op de negende plaats in de eerste divisie, maar een seizoen later volgt er voor het eerst promotie naar de eredivisie. En dat terwijl Veendam in de competitie slechts als vierde was geëindigd. De promotie wordt mede mogelijk gemaakt door de komst van een aantal spelers van FC Groningen, onder wie Henk Veldmate, Karel Hiddink, Anne Mulder, Ronald Steenge en Ernst Söllner. Maar na een seizoen eredivisie is het al weer voorbij. Veendam degradeert met 23 punten uit 34 wedstrijden en een doelsaldo van 37-67. Pieter Huistra, speler van het jaar, gaat naar FC Twente. Theo ten Caat komt er voor terug. Veendam heeft dit seizoen ook een nieuwe accommodatie met onder meer voor het eerste een ruimte voor de sponsors.

In het seizoen 1987-1988 promoveert Veendam opnieuw naar de eredivisie, nu rechtstreeks door als tweede te eindigen achter kampioen RKC. De promotie wordt een feit door een 3-0 zege op Emmen met drie treffers van Ten Caat. Maar helaas, ook dit eredivisie-avontuur duurt maar kort. Veendam heeft een punt meer dan de eerste keer, maar eindigt toch als laatste.

En zo keerde Veendam terug in de eerste divisie waar het sindsdien met wisselend succes opereert. Uiteraard is er in al die 50 jaar nog veel meer gebeurd, maar het voert te ver om dat hier allemaal te beschrijven. Zeker belangrijk is dat de gemeente Veendam al die jaren veel geld in de club heeft gestoken. Ook toen Veendam het water tot aan de lippen was gestegen. In de jaren negentig was het mede dankzij de gemeente dat het stadion compleet kon worden vernieuwd zodat er een moderne voetbalarena met uitsluitend zitplaatsen (6500) onstond. En ook in 2004 sprong de gemeente Veendam weer bij door her eerst ‘weggegeven’ stadion voor een groot bedrag terug te kopen. Veendam, een plaats/gemeente van 28.500 inwoners, en de BV Veendam kunnen niet zonder elkaar. Wat dat betreft is er in al 50 jaar weinig veranderd.